Menselijk immunodeficiëntievirus, of HIV, is een ongeneeslijke seksueel overdraagbare aandoening. Veelvoorkomende symptomen van HIV zijn vermoeidheid, koorts, hoofdpijn, huiduitslag, keelpijn en gezwollen lymfeklieren, hoewel patiënten met acuut hiv mogelijk geen symptomen hebben. Bovendien vertonen sommige mensen mogelijk geen symptomen wanneer ze gediagnosticeerd zijn met HIV, volgens de National Institutes of Health. Voor seksueel actieve mensen is het erg belangrijk om getest te worden op HIV, zowel volgens de CDC als de National Institutes of Health.
HIV-antilichamen
De meest accurate manier om HIV te detecteren, is een bloedtest. Wanneer een persoon een HIV-infectie heeft, zal hij anti-HIV-antilichamen in zijn bloed hebben. Bloedonderzoek is echter niet 100% betrouwbaar: hoewel een persoon mogelijk geïnfecteerd is, kan het tot 3 maanden duren voordat een ELISA-test overschakelt van HIV-negatief naar HIV-positief, volgens de National Institutes of Health.
ELISA-test
Volgens de National Institutes of Health is de ELISA-test de meest effectieve manier om een hiv-infectie te detecteren. Voor een ELISA-test is een bloedmonster vereist: de arts zal bloed afnemen aan de binnenkant van de elleboog of de achterkant van de hand, waar het gemakkelijker toegang tot de aderen heeft. Voordat bloed wordt afgenomen, gebruikt de arts een antiseptische doek om het gebied te reinigen en kan een elastische band op de bovenarm worden gebruikt om het bloed in de aderen te bundelen. Nadat het bloed in een luchtdicht flesje is verzameld, wordt de aanwezigheid van anti-HIV-antilichamen getest.
Valse positieven
Hoewel de ELISA-test zeer nauwkeurig is, is fout-positief mogelijk. Het grootste probleem met de ELISA-test is dat de antilichamen pas na drie maanden verschijnen; risicogroepen mensen moeten vaak worden getest, elke 3 tot 6 maanden, volgens de CDC. Andere aandoeningen, zoals de ziekte van Lyme, syfilis en lupus, kunnen resulteren in een vals positief resultaat op de ELISA-test.
Western Blot
Nadat de ELISA-test is voltooid, voert de arts een Western-blot uit om de resultaten te bevestigen. De Western blot maakt ook gebruik van een bloedmonster: als het positief terugkeert, heeft de patiënt hiv. Als de Western blot negatief terugkeert en de ELISA-test positief was, dan was het een fout positief op de ELISA-test. Het is echter mogelijk dat de resultaten van Western blot onduidelijk zijn, wat verder testen vereist. Bovendien duidt een negatieve Western-blot niet op de afwezigheid van HIV, vooral als de test werd uitgevoerd tijdens de "vensterperiode" voordat antilichamen detecteerbaar waren.
Andere opties
Volgens de National Institutes of Health kan een bloeddifferentiatie ook worden gebruikt om op HIV te testen, hoewel dit niet zo nauwkeurig is als de ELISA-test en Western-blot. Met een speciale kleurstof op een bloedmonster kan de arts bepalen of er een verminderd percentage lymfocyten is, wat een teken van HIV is. Omdat verlaagde lymfocyten andere ziekten kunnen aangeven, is het echter geen nauwkeurige testmethode.