Sucrose is een disaccharide bestaande uit een mengsel van monosacchariden, glucose en fructose. In zijn meest voorkomende vorm is sucrose gemakkelijk herkenbaar als tafelsuiker. Zoals met de meeste andere vormen van suiker, moet je sucrose met mate consumeren, of helemaal niet. Volgens de American Council on Exercise kan de overconsumptie van sucrose ernstige gezondheidsrisico's met zich meebrengen.
Stemmingswisselingen
Vanwege de eenvoudige chemische samenstelling wordt sucrose snel verteerd. Een portie voedsel rijk aan sucrose kan een sterke stijging van de bloedsuikerspiegel veroorzaken die vaak gevolgd wordt door een scherpe daling. De plotselinge stijging en daling van de bloedsuikerspiegel beïnvloedt vaak de gemoedstoestand en veroorzaakt plotselinge aanvallen van geïrriteerdheid en vermoeidheid.
Gewichtstoename
Een uitgebalanceerde maaltijd bestaande uit eiwitten en complexe koolhydraten wordt langzaam verteerd. Calorieën worden ongeveer met dezelfde snelheid verbrand als ze in de bloedsomloop worden afgegeven als glucose. Sucrose wordt, vanwege zijn eenvoudige moleculaire structuur, snel verteerd, waardoor glucose sneller in het bloed wordt afgegeven dan dat het kan worden verbrand. Glucose die niet voor energie wordt gebruikt, wordt als vet opgeslagen. Sucrose kan ook sterke zoete hunkeren opwekken, waardoor je meer eet dan je van plan bent.
Slechte insulinegevoeligheid
Wanneer uw bloedglucose plotseling stijgt, zoals in het geval van een sucrose-rijke maaltijd, wordt er een grote hoeveelheid insuline geproduceerd om de glucose naar spiercellen te transporteren waar deze kan worden verbrand. Na verloop van tijd kan chronisch hoge insuline resulteren in het verslijten van insulinereceptoren, waardoor chronisch hoge bloedglucose wordt veroorzaakt. De Mayo Clinic waarschuwt dat deze aandoening na verloop van tijd kan verslechteren tot diabetes type 2.
Tandbederf
Sucrose, als toegestaan om op je tanden te blijven, biedt een omgeving voor bacteriën om te groeien. Terwijl de bacteriën zich voeden met de suiker, wordt zuur geproduceerd als een afvalstof. Dit zuur kan uiteindelijk wegeten bij het tandglazuur, wat leidt tot verval en tandverlies.