Het scherper maken van je vaardigheden op het gebied van bal-handling en dribbelen geeft je een beslist voordeel ten opzichte van elke verdedigende speler. Het is belangrijk om te weten welk type dribbel in een bepaalde situatie moet worden gebruikt. Sommige soorten dribbels zijn ontworpen om de bal snel de baan op te gaan, terwijl andere je toestaan voorbij je verdediger te gaan. Bij alle soorten dribbels is het belangrijk om je hoofd omhoog te houden zodat je teamgenoten kunt zien wanneer ze scoremogelijkheden hebben.
Hoge stuitering
De hoge dribbel wordt gebruikt als je de bal heel snel op de baan probeert te krijgen. Meestal ziet u hoge dribbels na stealen en tijdens snelle pauze-kansen. Om een hoge dribbel uit te voeren, houd je je bovenlichaam rechtop en duw je de bal naar voren, ruim voor je lichaam. Het stuiteren van de bal moet ergens tussen je bovenbeen en iets boven je middel reiken.
Verandering van Tempo
Een verandering van tempo-dribbel wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat je verdediger zijn evenwicht verliest terwijl je de bal naar voren beweegt met een hoge dribbel. De verandering van tempo vindt plaats wanneer je je momentum vertraagt door de bal naar voren te bewegen en je torso te ontspannen. De verdediger, die denkt dat je vaart minderen, gaat terug op zijn hielen. Je accelereert snel langs hem heen.
crossover
Als je verdediger een sterke poging doet om te voorkomen dat je naar rechts of links gaat, kan het gebruik van een crossover-dribbel effectief zijn. Als je verdediger bijvoorbeeld probeert te voorkomen dat je naar rechts gaat, voer je links een crossover-dribbel uit. Om dit te doen, veegt u de bal over uw lichaam van uw rechterhand naar uw linkerhand, terwijl u tegelijkertijd uw rechtervoet over uw lichaam naar links beweegt. Het is belangrijk om je lichaam laag te houden; je dribbel mag niet hoger zijn dan je knieën. Versnel langs je verdediger door met je linkervoet af te duwen.
Tussen de benen
De dribble tussen de benen wordt gebruikt om voorbij een verdediger te gaan die je te veel speelt. Als je naar links gaat, begin dan met snelle lage dribbels met je rechterhand. Maak een diepe stap naar voren met je linkervoet en draai de bal door je benen naar je linkerhand. Houd je lichaam laag als je verder naar links gaat.
Achter de rug
Als je van richting wilt veranderen terwijl je het hele veld goed in de gaten houdt, kan een achterwaartse dribbel effectief zijn. Als je naar links wilt bewegen, begin dan te dribbelen met je rechterhand. Om deze dribbel uit te voeren, moet je je hand op de zijkant van de bal leggen. Stap voorwaarts met je linkervoet terwijl je de bal achter je rug, langs de achterkant van je dijen wikkelt en de bal naar je linkerhand beweegt. Zorg ervoor dat je je rechtervoet plant voordat je met je linkervoet naar voren stapt.