Overzicht
Artroscopische schouderchirurgie wordt meestal uitgevoerd op verwondingen aan de rotatorcuff, zoals tendinitis en tranen, waarvan sommige belangrijk kunnen zijn - de pees is volledig van het bot gescheurd. Hoewel minimaal invasief in vergelijking met traditionele schouderoperaties, is de hersteltijd gelijk voor beide procedures. Specifieke hersteltijden zijn afhankelijk van de instructies van uw arts na een operatie.
Immobilisatie
Na een arthroscopische schouderoperatie zal uw arm gedurende 2 tot 4 weken in een mitella worden geïmmobiliseerd, waarbij de beweging beperkt is tot uw elleboog en pols. Je kunt misschien je arm bengelen en je lichaam gebruiken om de arm heen en weer te zwaaien - een oefening die 'slingers' wordt genoemd. Actieve bewegingen van uw schouder tijdens deze periode kunnen uw gerepareerde pezen beschadigen.
Passieve beweging
Een week na een arthroscopische schouderoperatie, zult u waarschijnlijk beginnen met fysiotherapie. Je therapeut zal passieve schouderoefeningen uitvoeren, terwijl je je arm beweegt terwijl je ligt. Deze oefeningen helpen voorkomen dat je schoudergewricht strakker wordt terwijl je pezen genezen. Passieve oefeningen worden meestal gedurende 4 weken uitgevoerd, afhankelijk van de instructies van uw chirurg.
Actieve beweging
Na 4 tot 6 weken mag je je schouder actief bewegen. In het begin moet je misschien je tegenovergestelde hand gebruiken om je arm op te tillen, totdat je genoeg kracht hebt om het zelf op te tillen. Ongeveer 8 weken na de operatie begint u met het versterken van oefeningen met elastische banden en losse gewichten.
Volledig herstel
De laatste fase van het herstel begint 3 tot 4 maanden na de operatie. Versterkende oefeningen worden voortgezet met push-ups, werpen en sportspecifieke training. Afhankelijk van uw functie-eisen, kan uw chirurg u weer aan het werk zetten.