Suikermetabolisme is een type koolhydraatmetabolisme. Koolhydraten vormen samen met vetten en eiwitten de drie belangrijkste soorten voedsel die je eet. Suikerstofwisseling is een continu proces dat suiker of glucose afbreekt in energie die uw lichaam nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Je lichaam slaat dan overtollige glucosewaarden op voor toekomstige energiebehoeften. Omdat uw lichaam later de opgeslagen glucose nodig heeft om aan zijn basisbehoeften te voldoen, begint het proces van suikermetabolisme opnieuw.
Glucose
Suikerstofwisseling is het biochemische proces dat uw lichaam in staat stelt om glucose te vormen, af te breken en om te zetten. Glucose is het belangrijkste koolhydraat dat door uw lichaam wordt gemetaboliseerd. Door dit metabolismeproces oxideert je lichaam de glucose die het omzet in energie. Je cellen bewaren deze energie tijdelijk in de vorm van adenosinetrifosfaat.
Koolhydraten metaboliseren
Je lichaam kan gemakkelijker koolhydraten metaboliseren, waaronder suikers dan vetten. Je lichaam zet ook niet-suikerhoudende koolhydraten om in glucose. Daarom kan het consumeren van niet-suikerhoudende koolhydraten nog steeds de bloedsuikerspiegel in uw lichaam verhogen. Na het consumeren van koolhydraten start je lichaam het suikerstofwisselingsproces.
Een complex proces
Suikerstofwisseling begint met de spijsvertering in uw dunne darm. Nadat uw dunne darm glucose heeft verwerkt, neemt uw bloedbaan de suikermoleculen op. Drie hormonen in uw lichaam controleren uw bloedsuikerspiegel: glucagon, insuline en epinefrine. Als de glucoseconcentratie in uw bloed te hoog is, scheidt uw pancreas insuline af. Insuline werkt door het stimuleren van de overdracht van glucose in uw cellen.
Lever en spieren
Het proces van glycogenese, of anabolisme, verandert de glucose in je lever en spieren in glycogeen. Je lever en spieren slaan het glycogeen op. Wanneer uw bloedglucosewaarden laag zijn, scheidt uw lichaam de glucagon-hormonen af. Je lichaam scheidt de glucagon-hormonen af om de omzetting van glycogeen in glucose te stimuleren, een proces dat glycogenolyse of katabolisme wordt genoemd. Je lichaam kan de glucose dan gebruiken als energiebron. Tegelijkertijd wordt het suikerstofwisselingsproces opnieuw gestart en slaat uw lichaam opnieuw overtollige glucose op als adenosinetrifosfaat.