Relaties

Het fysieke verschil tussen fondlopers en sprinters over lange afstand

Pin
+1
Send
Share
Send

Lange afstand lopers en sprinters hebben één ding gemeen: ze proberen races te winnen. Fysiek zijn ze complete tegenstellingen. Langeafstandslopers zijn mager, wat het beste geschikt is voor het afdekken van grond. Sprinters zijn krachtig gebouwd en explosief snel voor kortere stukken. De twee lopers verschillen in snelheid en lichaamstype.

Hoogte

Over het algemeen zijn langeafstandslopers hoog. Ze hebben lange armen die pompen voor extra kracht. Lopers op afstand hebben ook lange poten die een grotere stap mogelijk maken. Als je meer grond bedekt met minder treden, krijg je in minder tijd de afstandsloper naar de finishlijn. Sprinters zijn meestal kleiner dan afstandslopers. Kortere poten zijn gunstig voor het snel opbouwen van snelheid.

Gewicht

Langeafstandslopers dragen zo weinig mogelijk gewicht. Running races die een mijl of meer dekken vereist kracht en uithoudingsvermogen. Het dragen van te veel gewicht is een last voor afstandslopers en vertraagt ​​de snelheid. Lopers op afstand zijn constant bezig met het verbranden van calorieën in training en competitie, dus overmatige gewichtstoename is zelden een zorg. Sprinters dragen meer gewicht, en het meeste is spier. Door zwaarder te zijn, kan de sprinter met meer kracht lopen. Toegevoegde hoeveelheid helpt ook sprinters door de wind snijden.

Spiermassa

Langeafstandslopers ontwikkelen lange, magere spieren, vooral in het onderlichaam. Sprinters hebben dikke spieren. Sterke dijen en kuiten helpen de sprinter te barsten vanaf de startlijn. Sprinters hebben ook sterke bovenlichamen. Krachtige armenpomp en zorgen voor maximale snelheid en kracht bij het helpen balans te bieden. Lange afstand lopers vertrouwen op aërobe training om zich klaar te maken voor races. Sprinters doen ook aërobe training, maar ze heffen gewichten om spieren toe te voegen.

Fysieke risico's

Lange afstand lopers en sprinters lopen volledig verschillende races. Ze hebben ook verschillende letselrisico's. Lopers op afstand worden vaak buitenspel gezet door stressfracturen, scheenbeenspalken en spierkrampen, een bijproduct van de uitdroging die gepaard kan gaan met lange races zoals marathons. Sprinters moeten op hun hoede zijn voor spier- en hamstringtrekkingen die optreden bij snelle acceleratie. Lopers op afstand en sprinters zijn allebei gevoelig voor enkel-, knie- en rugletsels die kunnen worden veroorzaakt door te veel training en competitie.

Pin
+1
Send
Share
Send