Wanneer de weersomstandigheden een honkbalteam verhinderen om buiten te oefenen, kunnen boren om te werken aan slaan, werpen, veldwerk, werpen en honklopen worden gedaan in een sportschool. De boren moeten mogelijk worden aangepast om rekening te houden met de ruimtebeperkingen, maar spelers kunnen nog steeds profiteren van dergelijke trainingen.
Slagoefeningen
Zet een slagkooi op in de sportschool. Als de sportschool groot genoeg is, gebruik dan een slagkooi met een pitching-machine om slagbeoefenaars in staat te stellen full-speed batting-oefeningen te doen. Door in de kooi te slaan, blijven de honkballen overal in de sportschool vliegen.
Pitching Drill
Werpers kunnen oefenen in een sportschool met weinig verstoring als een draagbare heuvel beschikbaar is. In een grotere sportschool kunnen werpers lange worpen trainen om de armkracht te vergroten. In een kleinere sportschool kunnen werpers werken aan mechanica met een draagbare heuvel, waarbij ze rekening moeten houden met de hardheid die niet aanwezig is op een vuilheuvel. Pitchers moeten normale warming-upoefeningen uitvoeren en vervolgens een vooraf bepaald aantal pitches gooien.
1-2-3 Boor voor infield
Zet bases op in de sportschool. Als de sportschool niet groot genoeg is om de regulatie 90 voet tussen de bases mogelijk te maken, zet de basis dan op met een kleinere configuratie. Hierdoor kan een coach grondballen raken voor infieldpraktijken. Raak drie grondballen voor elke infielder. Op de eerste grondbal werpt de infielder naar het eerste honk. Op de tweede grounder gooit de infielder naar de tweede, alsof hij een dubbelspel begint. Op de derde grounder gooit de infielder naar de thuisplaat. Geef elke infielder drie bollen grondballen.
Functie
Als je binnen oefent, moet je ten minste vier stations voor verschillende oefeningen instellen. Spelers kunnen bijvoorbeeld batting-tees in één station slaan, pitchers kunnen in een ander station gooien, spelers kunnen grondballen in een derde station veldvakken en een vierde gebied kan worden gebruikt voor conditioneringsoefeningen. Spelers zullen na een vooraf bepaalde tijd van het ene station naar het andere draaien, waardoor ze verschillende activiteiten kunnen uitvoeren bij elke oefensessie. Als de sportschool niet groot genoeg is voor vier stations, stel dan twee of drie gebieden in voor verschillende oefeningen.
Baserunning-boor
Rangschik vier throw-down-bases in dezelfde configuratie als een regulatieveld, maar dan op een kleinere schaal. Hierdoor kunnen spelers baserunnetechnieken gebruiken, zoals een voorsprong nemen, versnellen vanuit een staande positie en de binnenhoek van elke basis raken. Laat de spelers op het eerste honk uitkomen en oefen naar het derde honk. Spelers moeten zich concentreren op een goede sprong, de binnenhoek van het tweede honk raken en een bocht nemen zodat ze van een seconde naar een derde gaan op een rechte lijn.