Elke macronutriënt in uw dieet valt uiteen in een kleinere component. Bijvoorbeeld, eiwitten worden afgebroken tot aminozuren, terwijl koolhydraten worden afgebroken tot glucosemoleculen. De enkele eenheid voor een glucosemolecuul wordt een monosaccharide genoemd. Wanneer monosacchariden aan elkaar worden gekoppeld, wordt het molecuul een polysaccharide genoemd. Weten hoe elk van deze moleculen in uw dagelijkse voeding past, kan u helpen om een mix van koolhydraten in uw dieet te krijgen.
Basis componenten
Monosacchariden en polysacchariden zijn beide samengesteld uit één koolstofatoom, twee atomen waterstof en één atoom zuurstof. Monosacchariden hebben alleen deze vier atomen aanwezig, terwijl polysacchariden een reeks monosacchariden vertegenwoordigen die aan elkaar zijn gebonden. Omdat twee gebonden monosacchariden een disaccharide vormen, moeten polysacchariden drie monosacchariden of meer hebben. Artsen en drogisten kunnen een test genaamd Benedictus-test voor het verminderen van suikers gebruiken om de aanwezigheid van monosachariden of polysacchariden in uw voedsel aan te geven.
Voorbeelden
Monosacchariden zijn eenvoudige suikers en kunnen naast polysachariden in voedingsmiddelen aanwezig zijn. Een voorbeeld van een voedsel dat zowel mono- als polysacchariden bevat, is de appel. Het polysaccharide zetmeel is aanwezig in het buitenste gedeelte van de appel. Naarmate de appel rijper wordt, verandert het binnenste gedeelte van zetmeel in eenvoudige monosaccharidesuikers. Zetmeel is de belangrijkste bron voor energieopslag in planten. Dit is de reden waarom het eten van een appel voordat deze rijp is, ervoor kan zorgen dat de appel niet zo zoet blijft als normaal. De buitenste schil van de appel is ook een polysaccharide, bekend als cellulose, die de appel een knapperige, vezelige textuur geeft. Monosacchariden zijn aanwezig in glucosebevattende voedingsmiddelen, zoals honing en snoep, die een snelle energiebron voor uw lichaam kunnen vormen.
Spijsvertering
Je lichaam is constant bezig met het afbreken van de voedingsstoffen in je dieet in kleinere moleculen die je cellen kunnen gebruiken. Polysacchariden zijn geen uitzondering, en het lichaam moet ze afbreken in hun monosaccharidecomponenten voordat ze kunnen worden verteerd. Dit betekent dat monosaccharide-bevattende voedingsmiddelen je sneller energie zullen geven dan polysacchariden, omdat het lichaam er langer over doet om ze af te breken.
Percentage
Polysacchariden worden in grotere aantallen in uw voedsel aangetroffen dan monosacchariden. Dit komt omdat polysacchariden structuur en energie geven aan planten, die twee belangrijke functies zijn voor het menselijk leven. Monosachariden komen echter samen in de vorm van disachariden om lactose te vormen, een veel voorkomende suiker die wordt aangetroffen in melk en sucrose - ook bekend als tafelsuiker.