Sprinten vereist een toewijding aan conditionering en training als je wilt verbeteren en succesvol wilt concurreren in je sport. Van de start tot de finish zijn er een aantal technieken die een sprinter kan leren om het meeste uit de race te halen. Inzicht in wat er nodig is om te sprinten, zal je helpen.
Start: eerste 5 meter
Adem uit terwijl je het starterspistool hoort. Duw hard met je benen en pomp je armen hard. Sta niet te snel op. Je lichaam zou in een hoek van 45 graden moeten zijn terwijl je uit de blokken van de starter komt. Focus op de eerste 3 tot 5 meter. Ren uit de blokken en spring er niet uit.
Aandrijffase: 5 tot 30 meter
Duw je achterste voet naar voren en houd je hiel laag. Je scheen staat in een hoek van 45 graden op de grond met je eerste stappen; die hoek zal geleidelijk veranderen naarmate je meer rechtop gaat staan. Houd je ogen gericht op de finishlijn. Houd uw gezichts- en nekspieren ontspannen. Houd je schouders naar achteren en houd ze ook ontspannen.
Stride-fase: 30 tot 70 meter
Duw hard van het spoor met de ballen van je voeten. Rij met je been naar voren met een hoge knie-actie. Je knie moet naar voren wijzen en de hiel valt onder je billen. Houd je hoofd in lijn met de wervelkolom en houd het hoog. Blijf de spieren in uw gezicht, schouders en bovenlichaam ontspannen. Houd je ellebogen in een hoek van 90 graden en beweeg je handen van schouder tot heup hoogte tijdens het sprintproces.
Heffase: 70 tot 100 meter
Je zult niet zo snel rennen over de laatste 30 meter van je race, dus je techniek is het meest essentieel op dit punt, zodat je je snelheid zo lang mogelijk kunt vasthouden. Je zult zeer hoge knie-actie moeten hebben als je rent, en je zult je voeten moeten versnellen. Je zou ze moeten verplaatsen alsof je op hete kolen loopt. Je wilt niet dat je voeten heel lang in contact blijven met het baanoppervlak. Pomp je armen hard en houd je handen hoog.