De term lipide beschrijft een van nature voorkomend organisch molecuul dat niet in water kan oplossen. Hoewel veel mensen de termen vet en lipide onderling uitwisselbaar gebruiken, is een vet een lipide, maar een lipide is niet noodzakelijk een vet. Je lichaam gebruikt lipiden als een bron van energie, om hormonen te produceren, om vetoplosbare vitamines te absorberen en om structuur aan celmembranen te geven, en deze lipiden op verschillende manieren op te slaan.
triglyceriden
Je lichaam breekt het eten en drinken dat je eet af in bruikbare energie. Elke energie die niet meteen wordt gebruikt, wordt omgezet in een type lipide dat bekend staat als triglyceride en de energie opslaat voor gebruik op een later tijdstip. Probeer overtollige calorieën te vermijden omdat een hoog niveau aan triglyceriden in uw bloed uw risico op hartaandoeningen verhoogt, de belangrijkste doodsoorzaak in de Verenigde Staten. Om deze reden beveelt de American Heart Association aan uw triglycerideniveaus op minder dan 150 milligram per deciliter te houden. Bovendien slaat uw lichaam overtollige triglyceriden in vetcellen op.
Vetcellen
Lipiden geclassificeerd als vetzuren worden opgeslagen in vetcellen, ook bekend als vetweefsel. Vetcellen bestaan uit tot 90 procent vetbolletjes en triglyceriden. Hoewel het molecuul glycogeen glucose opslaat voor gebruik op een later tijdstip, biedt glycogeen slechts voldoende energie om uw lichaamsfuncties gedurende ongeveer één dag te handhaven. Vetcellen bevatten daarentegen genoeg energie om uw lichaam 30 tot 40 dagen te laten functioneren, volgens informatie van het Elmhurst College.
Celmembranen
Alle celmembranen slaan een kleine hoeveelheid lipiden op in de vorm van fosfolipiden. Fosfolipiden geven celmembranen hun structuur. Fosfolipiden bestaan uit een in water oplosbare kop met een staart die water afstoot, waardoor het hydrofoob wordt. De fosfolipiden vormen een dubbellaag waarbij de staarten tegenover elkaar staan en de koppen naar buiten gericht zijn. Deze unieke structuur dient als een selectieve barrière die de stroom van moleculen in en uit de cel reguleert.
lipoproteïnen
Levercellen produceren een gespecialiseerd type eiwit dat bekend staat als een lipoproteïne. Omdat lipiden niet in bloed kunnen oplossen, omdat bloed voornamelijk uit water bestaat, binden lipoproteïnen zich aan de lipiden om ze door de bloedvaten te voeren. Lipoproteïnen dienen als tijdelijke opslag voor triglyceriden en cholesterol, beide geclassificeerd als lipiden. Lipoproteïnen met lage dichtheid, LDL genaamd, houden overtollig cholesterol in het bloed en dragen bij aan een verhoogd risico op hartaandoeningen. High-density lipoproteïnen, HDL, nemen overtollig cholesterol op en dragen het terug naar de lever, die het cholesterol omzet in galzuren. Om een gezond cardiovasculair systeem te behouden, raadt het National Heart Lung and Blood Institute aan om uw totale lipoproteïneniveau op minder dan 200 milligram per deciliter te houden.