Een sporthernia is een specifieke aandoening die af en toe lopers en andere atleten treft. Het veroorzaakt vaak hevige pijn en vereist tijd om te trainen. Sportbreuken zijn moeilijk te diagnosticeren; de overgrote meerderheid komt voor bij mannen. Afhankelijk van de ernst ervan, kan een hernia worden behandeld thuis of, in extreme gevallen, door een operatie.
Anatomie
Een hernia komt voor wanneer een van de structuren in het lieskanaal breekt. Dit 2-inch kanaal loopt over de bovenkant van het been waar het zich hecht aan de romp van het lichaam. De wanden bestaan uit buikspieren, pezen en fascia. Een verstoring in een van deze gebieden kan een hernia veroorzaken.
Oorzaken
Hoewel sportbreuken vaak het gevolg zijn van plotselinge kracht, zoals een harde draaiende beweging, is de aanvang van de blessure geleidelijker bij hardlopers. In de meeste gevallen zijn repetitieve afschuifkrachten van de heupabductorspieren waarbij ze zich verbinden met het schaambeen de waarschijnlijke boosdoener. Gebrek aan flexibiliteit en kracht in het bekken en de heupen kan optimale omstandigheden creëren voor het ontstaan van een hernia.
symptomen
Meestal treedt sport hernia pijn op aan één kant van de lies, hoewel het af en toe aan beide kanten verschijnt. De eerste symptomen verschijnen meestal aan het einde van een run, hoewel ze kunnen blijven bestaan in opeenvolgende runs. Hoesten en niezen zijn voldoende om pijn te veroorzaken, die kan uitstralen naar de buik, het scrotum of de binnenkant van de dij.
Identificatie
In tegenstelling tot andere hernia's, bieden sportbreuken geen gemakkelijk herkenbare uitstulping op de plaats van verwonding. Röntgenfoto's, botscans en MRI's diagnosticeren sportbreuken niet nauwkeurig, maar kunnen andere problemen uitsluiten. Identificatie wordt vaak bereikt door palpatie, waarbij pijn wordt geproduceerd wanneer een arts met zijn handen langs het oppervlak van het inguinale kanaal voelt.
Behandeling
Lopers met de diagnose sportbreuken worden doorgaans verwezen naar maximaal zes weken fysiotherapie om de heup- en bekkenkracht en flexibiliteit te verbeteren. Ernstige gevallen kunnen worden behandeld door poliklinische endoscopische chirurgie, waarbij een klein stukje gaas wordt aangebracht op het letsel om ondersteuning te bieden. Postoperatieve revalidatie kan bestaan uit dagelijkse loopbandwandelingen en doorlopende heup- en bekkenoefeningen.