De eerste drie jaar van de ontwikkeling van een kind worden gekenmerkt door dramatische emotionele veranderingen. Een kleuterkind leert hoe hij zijn emoties moet reguleren, met anderen kan spelen en onafhankelijker kan denken. Problemen met socialisatie zijn meestal duidelijk tijdens deze vroege jaren en kunnen worden geïdentificeerd door de aanwezigheid van een of meer 'rode vlaggen'. Als u een patroon van socialisatieproblemen bij uw kind ziet, vraag dan professionele hulp en advies om de problemen op te lossen op vroeg op een leeftijd mogelijk.
Vroege relaties
Tijdens de peuterleeftijd ontwikkelt een kind een basisgevoel van vertrouwen in de wereld om haar heen, door het ervaren van veilige relaties met haar primaire verzorgers. Volgens het Michigan Department of Community Health, hebben de hersenen van een baby ongeveer 100 miljard zenuwen die stimulatie van het milieu nodig hebben om verbindingen te vormen die de emotionele ontwikkeling van een kind bepalen. Attente, zorgzame zorg is essentieel om de gezonde hersenverbindingen te vormen die nodig zijn voor een goede emotionele ontwikkeling. Eerstelijnsverzorgers brengen de meeste tijd door met hun baby's, waardoor ze de belangrijkste architecten zijn voor de emotionele ontwikkeling van hun baby's.
Weerstaat aanraken
Een kind dat niet graag wordt aangeraakt of vastgehouden, kan een socialisatieprobleem hebben. Een goed gesocialiseerd kind zoekt ouderlijk contact en affectie wanneer hij onzeker, eenzaam of aanhankelijk is. Een kind dat niet graag wordt aangeraakt, vertoont mogelijk tekens zoals zijn rug ombuigen wanneer het wordt vastgehouden, een verzorger wegduwen of agressief worden als het wordt benaderd. Zoek naar een doordringend patroon in plaats van een situationele reactie als indicator van een socialisatieprobleem.
Overdreven afhankelijk
Een kind dat te afhankelijk is van of vasthoudt aan een verzorger, kan daarentegen ook een socialisatieprobleem hebben. Hij is misschien bang voor de meeste nieuwe situaties en bevriest wanneer hem gevraagd wordt iets nieuws te proberen. Gebeurtenissen die veel kinderen blij maken, zoals een veldtocht maken, nieuwe kinderen ontmoeten of iets nieuws leren, kunnen terreur veroorzaken bij een kind dat te weinig gesocialiseerd is. Hij wordt misschien niet gemakkelijk getroost, ongeacht hoeveel verzekeringen er worden aangeboden, en haar angsten zijn vaak overdreven.
Niet betrokken of ongeïnteresseerd
Een niet-betrokken kind mag geen enkele nieuwsgierigheid uiten wanneer het wordt blootgesteld aan nieuwe situaties. Normaal gesproken zal ze geen voorkeur uitspreken voor haar eigen verzorgers over iemand anders. Er is geen vreemde angst en aanraking wordt onverschillig ontvangen. Een niet-betrokken kind spreekt geen gevoelens uit, zelfs niet als het wordt blootgesteld aan situaties die fysieke pijn, pijn of leed veroorzaken bij de meeste kinderen.