Hier is een leuke gedachte: denk aan de volgende keer dat je de snelle actie van een volleybalwedstrijd bekijkt, hoeveel natuurwetten aan het hof worden gedemonstreerd. Elke beweging van de bal of de atleten illustreert bijvoorbeeld een van de drie bewegingswetten van Newton: traagheid, versnelling en actie-reactie. De principes van de natuurkunde toepassen op sport doet meer dan alleen een interessant wiskundeprobleem opleveren. Deze analyses vormen de basis van biomechanica en sportwetenschap en kunnen worden gebruikt om de atletische prestaties te verbeteren.
Drie wetten plus één kracht
De eerste wet van Newton, ook bekend als de wet van de traagheid, stelt dat een bewegingloos lichaam, tenzij opgevolgd door een kracht, stil zal blijven of een bewegend lichaam in beweging zal blijven. De wet van versnelling, de tweede wet van Newton, stelt dat een toename van de snelheid van een bewegend object recht evenredig is met de kracht die wordt uitgeoefend en omgekeerd evenredig met de massa van het object. De derde wet, de wet van actie en reactie, stelt dat wanneer een object een kracht op een ander object uitoefent, het laatste object met een gelijke kracht in de tegenovergestelde richting reageert.
Een kritisch onderdeel dat bij deze bewegingswetten betrokken is, wordt kracht genoemd, dat aan een voorwerp trekt of erop drukt en beweging creëert. Kracht is niet direct zichtbaar, maar wordt gemeten aan de hand van de richting en afstand die een bewegend object aflegt.
Inertie: zet aan
Een mooi voorbeeld van de wet van traagheid kan worden gezien in een volleybal op de hoogste boog van de worp van een server, op dat moment waarop de bal bijna roerloos is. Het valt recht naar beneden als gevolg van de zwaartekracht, of zeil over het net uit de kracht van een hand die er tegenaan slaat. In een voorbeeld van een bewegend voorwerp beweegt een puntige volleybal zich in een vrij rechte lijn omlaag, tenzij afgebogen door de kracht van het net, de onderarmen van de ontvanger, de handen van de blocker of de vloer.
Acceleratie: lichter is sneller
De wet van versnelling komt elke keer dat een volleyballer op het veld komt in actie. Kleinere atleten zijn wendbaarder op het veld, omdat hun lagere massa sneller versnelt en vertraagt, wat vooral van cruciaal belang is voor de verdediging. Zwaardere atleten hebben meer tijd nodig om in positie te komen of meer beenkracht om daar zo snel mogelijk te komen. Hoe sneller de arm zwaait, des te meer kracht wordt uitgeoefend op een spiked volleybal op het moment van contact.
Actie-reactie: gebruik de Force
De wet van tegengestelde krachten is te zien wanneer volleyballers van de vloer springen. De kracht die met hun voeten naar beneden wordt uitgeoefend, wordt gecompenseerd door een tegengestelde, opwaartse kracht die door de vloer wordt uitgeoefend. Als de vloer niet "terugduwt", zouden sporters de grond niet kunnen verlaten. De tegengestelde kracht van de vloer trouwens, is ook waarom mensen na een lange oefensessie zere voeten krijgen en gekneusd raken na een harde opgraving.