Een van de meest uitdagende aspecten van het zijn van een softbalcoach, omvat try-outs. Je moet het vaardigheidsniveau van je spelers op verschillende posities evalueren, bepalen welke spelers een positieve houding hebben ten opzichte van het verbeteren van hun spel, en uiteindelijk een selectie selecteren die het best in staat zal zijn om je coachingsdoelen voor het seizoen te behalen. Om aan deze testcriteria te voldoen, laat u uw spelers boren die hun vooruitzichten met het team zullen aantonen.
Probeer Scramble
Deze algemene conditioneringsoefening test de vaardigheden van je spelers om te werpen, snelheid, veldwerk en het vangen van vaardigheden. Ga op de thuisplaat staan met een knuppel en bal, terwijl een vanger met een bal achter je in positie komt. Bij het eerste honk staat één speler op de foutlijn, met een back-upspeler achter haar. Een speler staat op positie op het derde honk en een rij back-upspelers staat achter haar.
Raak een grondbal naar de derde plaats, die de derde honkman dan opschept en naar de vanger gooit voordat hij naar de thuisplaat laadt. De catcher gooit een gesimuleerde bunt voor de derde honkman om op te pakken en naar het eerste honk te gooien. Nadat de eerste honkman de bal vangt, vervangt de derde honkman in eerste instantie de back-upspeler, die eerst in positie komt. De eerste honkman sprint naar het einde van de derde honk na het gooien van de bal naar de catcherk en de oefening herhaalt zich.
Fielding and Throwing
Werken aan werpen en vangen van de grondbeginselen is iets wat je bij elke oefening met je spelers moet doen, omdat het zo'n noodzakelijke vaardigheid is voor softbal. Als u een basisbeoordeling van de veld- en werpcapaciteiten van elke speler wilt verzamelen, laat u uw spelers op een rij staan. Raak een grondbal naar een van de spelers. De speler moet naar voren gaan om de bal aan te vallen, haar handschoen plat op de grond en de handpalm omhoog houdend terwijl ze de bal opschept en deze snel overbrengt naar haar werphand.
Bij het gooien moet de achterste voet van de speler evenwijdig zijn aan het doelwit terwijl de voorvoet erop wijst. Spelers moeten de bal grijpen met de duim over de voorzoom en de drie langste vingers die de achterste naden kruisen. De pink ontspant langs de zijkant van de bal om hem in evenwicht te brengen. Laat de speler die de grondbal veldt het naar je gooien of een aangewezen catcher. Observeer de juiste vorm tijdens de worp en corrigeer de speler indien nodig.
Situationeel raken
Deze oefening beoordeelt het vermogen van een speler om de bal te raken in het juiste gebied van het veld in een bepaalde situatie. Laat een volledig verdedigend team het veld innemen, plaats de slagman in de batting box en zet dan lopers op de honken, afhankelijk van de situatie die je wilt boren. De slagman neemt het aanvallende spelsignaal van de derde basiscoach en ontvangt vervolgens drie pitches om het spel correct uit te voeren voor de gegeven situatie. Voor jonge en minder ervaren spelers kun je gemakkelijk ballen werpen of ze laten slaan voor deze oefening. Nadat je de oefening hebt voltooid, plaats je de aanvals- en verdedigingsschakelaar op het veld.