Eten en drinken

Wat zijn lipiden, koolhydraten en nucleïnezuren?

Pin
+1
Send
Share
Send

Lipiden, koolhydraten en nucleïnezuren kunnen allemaal verschillen in hun structuur, maar ze zijn allemaal belangrijk voor het menselijk lichaam, omdat ze een verscheidenheid aan vitale functies dienen. Zonder hen zouden de cellen geen energie of normale membranen hebben, zouden hormonen en vitamines abnormaal zijn en zou het lichaam niet genoeg antioxidanten of zelfs DNA hebben.

Lipids

Er zijn verschillende soorten lipiden, maar wat ze allemaal gemeen hebben, is dat ze niet oplossen in water. Vetzuren zijn lipiden gemaakt van lange ketens van waterstof en koolstof. Wassen zijn gemaakt van vetzuren en alcoholen. Sphingolipiden kunnen vetzuren, alcohol, fosfaat en stikstof bevatten, terwijl triacylglyceriden zijn gemaakt van een stof die glycerol en drie vetzuren wordt genoemd. Vetten zijn triacylglyceriden die vast zijn bij kamertemperatuur, maar wanneer de triacylglyceriden vloeibaar zijn, worden ze oliën genoemd. Fosfolipiden zijn lipiden die zijn samengesteld uit vetzuren en fosfaat, terwijl isoprenoïden een vijf-koolstofstructuur hebben.

koolhydraten

Koolhydraten zijn moleculen die zijn gemaakt van dezelfde hoeveelheid water en koolstof. De eenvoudige suikers worden monosacchariden genoemd. Ze omvatten ribose, fructose en glucose. Als twee monosacchariden zich met elkaar verbinden, vormen ze disachariden, zoals lactose en sucrose. Wanneer veel monosacchariden samenkomen, vormen ze de zogenaamde polysacchariden en deze groep omvat zetmeel en glycogeen. Glycogeen is de opslagvorm van glucose, voornamelijk opgeslagen in de spieren en de lever.

Nucleïnezuren

Er zijn twee soorten nucleïnezuren. Er is deoxyribonucleïnezuur, of DNA, en ribonucleïnezuur, of RNA. Alle nucleïnezuren zijn gemaakt van structuren die de nucleotiden worden genoemd. Elk nucleotide is gemaakt van fosfaat, een ribose- of deoxyribosesuiker en een structuur die een base wordt genoemd die stikstof bevat. Adenine, thymine, cytosine, guanine en uracil zijn de namen van de basen. Adenine, thymine, cytosine en guanine zijn basen in DNA, terwijl adenosine, uracil, cytosine en guanine de basis zijn van RNA.

Functies van lipiden, koolhydraten en nucleïnezuren

Sphingolipiden en fosfolipiden vormen een belangrijk deel van de membranen van cellen, terwijl vetten en oliën energie opslaan. Lipiden maken ook deel uit van de zenuwcellen, hormonen, pigmenten en vitamines. Ze sturen chemische signalen, geven bescherming en dienen als antioxidanten. Koolhydraten maken deel uit van de celstructuur en leveren een snelle energie voor de cellen. DNA maakt de genen, RNA maakt eiwitten en de nucleotiden helpen om energie te creëren.

Pin
+1
Send
Share
Send

Bekijk de video: Biomolecules (Updated) (Oktober 2024).