Hemoglobine A1C is een bestanddeel van hemoglobine dat hecht aan bloedsuiker in het lichaam. Hemoglobine A1C-metingen zijn de standaard voor het evalueren van de glykemische controle bij diabetici.
Doelniveau
Het streefniveau van hemoglobine A1C is minder dan 7 procent; lagere waarden kunnen het doelwit zijn als een laag bloedsuikergehalte en gewichtstoename kunnen worden vermeden, legt 'Pharmacotherapy: A Pathophysiologic Approach' uit.
Meting
Diabetici moeten regelmatig worden gecontroleerd om te zorgen voor een juiste glucoseregulatie. Hemoglobine A1C wordt elke drie maanden gemeten door een bloedtest en geïnterpreteerd in de vorm van een percentage. Twee waarden van meer dan 6,5 procent duiden op diabetes of onvoldoende beheersing van de suikerniveaus, volgens 'Farmacotherapie: een pathofysiologische benadering'.
Self-Monitoring
Diabetici moeten een bloedglucosemeter hebben om de bloedsuikerspiegel elke dag te meten. Een arts kan de patiënt helpen bij het kiezen van een glucosemonitor die het beste bij hem past.
Complicaties vermijden
Het handhaven van de bloedsuikerspiegel binnen het normale bereik zal complicaties voorkomen, zoals zenuwbeschadiging, nierbeschadiging en blindheid.
behandelingen
Behandeling van diabetes helpt de bloedsuikerspiegel onder controle te houden en kan orale therapie en insuline-injecties omvatten. Veranderingen in levensstijl, zoals gezond eten en regelmatig sporten, bieden ook bescherming tegen complicaties.