Meer mensen rennen voor gezondheid, fitness en competitie dan ooit. In 2010 bereikte het aantal finishers van Amerikaanse marathons voor de eerste keer 500.000. Deze toename in participatie heeft een meer divers cohort betekend, en niet iedereen die tegenwoordig een wegwedstrijd voltooit, is een whippet-thin natuurlijk. Niettemin delen toegewijde en volleerde lopers een aantal eigenschappen, zowel mentaal als fysiologisch.
De succesvolle renner
Greg McMillan, de maker van de McMillan Elite trainingsgroep, somt een aantal eigenschappen op die gangbaar zijn bij hardlopers die, hoewel niet noodzakelijk snel, het meeste uit hun talent halen. Deze omvatten niet stilstaan bij de onvermijdelijke slechte dagen die elke hardloper in training of in een race overkomen; in staat zijn om zware trainingen te balanceren met rust door middel van nauwkeurige zelfanalyse; consistent zijn; vasthoudend en geduldig zijn; en altijd op zoek naar manieren om het vertrouwen te vergroten. Uw aanpak is dus minstens zo belangrijk als de fysieke inspanning die u dagelijks onderneemt.
Psychologische eigenschappen
Schrijven voor "Washington Running Report", coach Roland Rust beschrijft de mentaliteit van de toegewijde hardloper, erop wijzend dat dezelfde kenmerken die succes bevorderen, soms schadelijk kunnen zijn. Rust meldt dat toewijding en doorzettingsvermogen essentieel zijn voor succes, maar dat te veel rigiditeit en intensiteit leidt tot training door ziekte en letsel en dus tot ernstige tegenslagen. Daarom is het in balans brengen van gezond verstand met ijverige training onmisbaar, maar het is ongrijpbaar voor overdreven "Type A" persoonlijkheden.
Demografie
Tegen het einde van de 20e eeuw was de typische Amerikaanse hardloper volgens Running USA beter opgeleid en welvarend dan de gemiddelde Amerikaanse burger. Terwijl slechts ongeveer een derde van de Amerikanen een universitair diploma heeft, doet meer dan de helft van de eigenaren van hardloopschoenen dat. In 2006 eisten 16 miljoen Amerikanen een inkomen van meer dan 75.000 dollar. Vrouwen en mannen nemen in vrijwel gelijke aantallen deel, en de gemiddelde leeftijd van een deelnemer aan het racecircuit van beide seksen is halverwege de jaren 30, waardoor deelnemers aan de race een meer volwassen groep vormen.
Eliteatleten
Volgens het Australian Institute of Sport trainen deelnemers van het hoogste niveau gemiddeld zes tot zeven dagen per week, vaak twee keer per dag, en loggen ze wel 100 tot 125 mijl per week, afhankelijk van hun specifieke evenement en hoe dicht ze bij hun doel zijn race. Ze scheiden hun trainingen in lange runs, lactaatdrempels en race-specifieke snelheidstraining, hoewel deze een relatief klein deel vormen van het totale trainingsvolume. Veel van deze atleten doen kracht- en conditioneringswerk naast hardlopen.