Het hart van een typische gezonde volwassene klopt gemiddeld 70 keer per minuut, maar dit is geen constante snelheid. Je hart klopt sneller als je inademt en langzamer als je uitademt. Als u deze cyclus begrijpt, kunt u uw ademhaling regelen om uw bloeddruk en hartslag te optimaliseren tijdens het sporten en bij het uitvoeren van kalmerende of relaxatietechnieken.
Valsalva manoeuvre
De manoeuvre van Valsalva, waarbij je tijdens inspanning ademhaalt en vervolgens krachtig uitademt tegen een gesloten luchtweg, zoals een gesloten mond of geknepen neus, kan je hartslag aanzienlijk verhogen. Mogelijk hebt u deze techniek gebruikt om de druk in de sinussen op te heffen of gelijk te houden of om een voorwerp uit het lichaam te verwijderen tijdens een stoelgang of tijdens de bevalling. Het kan echter de hartslag voldoende verhogen om hartstilstand te veroorzaken bij kwetsbare personen.
Oefening
Tijdens het trainen is het uw doel om uw hartslag te verhogen, waardoor ook uw bloeddruk stijgt. Volgens een onderzoek van onderzoekers van het Hammons Heart Institute en de University of Missouri zorgde het uitvoeren van de Valsalva-manoeuvre tijdens zware inspanning voor een significante verhoging van de bloeddruk. Inhalatie en uitademen tijdens de concentrische fase van elke oefening verschaften geen significant verschil in bloeddruk.
Ontspanning
Gereguleerde ademhalingstechnieken worden vaak aanbevolen om mensen te helpen omgaan met stressoren zoals emotionele beroering, woede en angst. Deze technieken helpen ook bij het reguleren van fysieke pijn. De meeste technieken benadrukken een lange uitademingsfase waarbij de hartslag vertraagt. Verlaging van de hartslag verlaagt de stressreactie van het lichaam en vermindert de hoeveelheid geproduceerde adrenaline. Het verminderen van de hoeveelheid adrenaline in de bloedbaan vermindert ook de ervaring van pijn en angst.
Respiratory Sinus Rhythmia
De normale hartslag neemt toe tijdens de inhalatie, gevolgd door een afname tijdens het uitademen. Bij sommige personen is dit patroon gedempt en blijft de hartslag relatief stabiel ondanks veranderingen in de ademhaling. Dit wordt meestal veroorzaakt door een verstoorde ademhaling, hetzij door een obstructieve longaandoening zoals astma of bronchitis, of door een beperkende longaandoening zoals emfyseem. Dit kan leiden tot abnormale hartritmes en een verminderde bloedstroom.