Sport en fitness

Een lijst met balletoefeningen

Pin
+1
Send
Share
Send

Ballet is een uitdagende vorm van sport en kunst. Het is veeleisend met betrekking tot zowel esthetische als atletische factoren. Ballet is vergelijkbaar met sporten waarbij sprake is van niet-stationaire, intermitterende soorten activiteiten zoals gymnastiek. Daarom vereist ballet niet alleen spierkracht, maar zowel aerobe als anaërobe capaciteiten.

Barre werk

Alle klassieke balletlessen beginnen aan de barre. De oefeningen aan de barre zijn bedoeld om dansers voor te bereiden op wat ze later zullen doen zonder ondersteuning in het midden van de vloer. Dansers houden met één hand de staaf vast (wisseling van zijde na elke combinatie) en voltooien ongeveer 10 totale combinaties voordat ze naar het werk op de middelste verdieping gaan. Barre werkoefeningen worden uitgevoerd in een specifieke volgorde, vaak vergelijkbaar met het volgende: lagen, trage tendus (soms met fondu), snelle neiging, trage degages, snelle degages, ronds de jambe a terre met port de bras, frappes met releves, fondus , ronds de jambe en l'air, adagio, grande battements, en een stuk voor het lichaam en de benen op de barre. In een balletles van 90 minuten duurt een barbezetting ongeveer 45 minuten.

Centre Work-Part One

Zodra de barre is voltooid, verplaatsen dansers zich naar het midden van de vloer. De oefeningen in het centrum variëren sterk, afhankelijk van de instructeur en het niveau van de studenten. Oefeningen die worden uitgevoerd tijdens een gemiddelde balletles volgen een volgorde die lijkt op het volgende: adagio, tendus, fondus met ronds de jambe a terre, pirouettes in het midden, reizend werk van hoek naar hoek (bijv. Wals, pirouettes, reizende bochten zoals pieken, chaines, soutenus). Dit gedeelte van de les kan 30 minuten duren om te voltooien.

Centre Work-Part Two

Het laatste deel van een balletles bestaat uit springen en is primair het deel van de klasse waarin dansers aerobe metabole routes gebruiken. Springen begint met een reeks kleine sprongen om de voeten, enkels, knieën en spieren opgewarmd tijdens een sprong op te warmen. Zodra deze zijn voltooid, voeren dansers een tot twee kleine allegros uit (kleine, snelle bewegingen), en medium jump (een beetje groter springen naar langzamere muziek), een reizende sprong (zoals brise of emboite), en klasse eindigt meestal met een grande allegro (grootste en traagste sprong tot nu toe). Als tijd en vaardigheid het toelaten, kunnen dansers gevraagd worden om een ​​reeks beurten uit te voeren, fouettes genaamd. Dansers springen ongeveer 15 tot 20 minuten in een typische balletles.

Pin
+1
Send
Share
Send

Bekijk de video: Basis posities van ballet + simpele oefeningen (April 2024).