De speer is een werpevenement in de atletiekbaan. Succes bij het gooien van de speer vereist een combinatie van kracht en snelheid; terwijl de speer de lichtste is van de werpwerktuigen, is er een grotere vraag naar precieze bewegingsvaardigheden. De arm doorloopt een specifieke bewegingssequentie tijdens de worp, en het beheersen ervan resulteert in superieure prestaties.
Geschiedenis
De speerwerpen dateert uit de tijd van Hercules. Het evolueerde van een jachtwapen en maakte al 700 B.C. deel uit van de oude Olympische Spelen. Het werd een populaire sport in Scandinavië in de late 1700s. Eenmaal gemaakt van hout, is vandaag de speer gemaakt van aluminium of grafiet en weegt tussen 600 gram en 800 gram. Werptechnieken zijn veranderd van een lineaire beweging in een boog.
Kenmerken
Werpafstanden zijn gebaseerd op drie variabelen: worp, uitloophoek en snelheid. Twee componenten, snelheid en vermogen, zijn vereist voor betere prestaties. Kracht vereist de meeste kracht in de kortste tijd. Het momentum moet worden overgedragen van je onderlichaam, via je kern naar je bovenlichaam. Beweging moet plaatsvinden vanaf het meest proximale punt, je schouders, via de elleboog, hand en vingers, het meest distale punt.
fasen
Er zijn drie fasen in de beweging door het werpen van de speer. Ten eerste, de aanloop of nadering vindt plaats als je arm gebogen is en dicht bij je hoofd wordt gehouden, waarbij de speer in uitlijning wordt gehouden met weinig of geen beweging van de arm. De volgende is de overgangs- of terugtrekkingsfase, waarin de speer teruggebracht wordt in lijn met de schouder met uw handpalm omhoog. Eindelijk is de afleverings- en doorloopfase, draai je je schouder en strek je je arm uit om de speer vrij te maken. Door de proximale tot distale beweging te gebruiken, kan je arm in een zwaaibeweging bewegen voor vrijgeven en volgen.
Spieren
Je biceps trekt samen om je elleboog te buigen tijdens de draagfase. Je deltaspier, of je schouders, buigen om je arm op te tillen, zodat de speer hoger kan worden gehouden en naar je voorhoofd kan worden opgeheven. Tijdens de ontwenningsfase trekken je spieren samen als je de speer terugbrengt. De niet-werpende arm wordt naar voren uitgestrekt terwijl je werparm wordt teruggebracht. Deze beweging strekt zich uit over uw borstspier- of borstspieren. Van daaruit zorgt een strekreflex, een onwillekeurige samentrekking van je borst, ervoor dat je werparm met grotere kracht naar voren wordt gebracht. Tijdens de leveringsfase, initieert je schouder de beweging, waarbij beweging door je triceps, polsen en vingers wordt overgebracht om je werparm naar voren te brengen om de speer vrij te maken.
overwegingen
Terwijl je bovenlichaamspieren direct betrokken zijn bij het vasthouden en loslaten van de speer, wordt de kracht door je hele lichaam gegenereerd. De initiële kracht wordt geïnitieerd in de spieren van je onderlichaam en via je kern doorgegeven aan de spieren van je bovenlichaam. Elke zwakte in de overbrengende spieren zal de kracht verminderen en de prestaties verminderen.