Naarmate mensen hoger in de atmosfeer opstijgen, neemt de luchtdichtheid af. Hoewel de samenstelling van de lucht gelijk blijft, zorgt de daling van de luchtdruk en in ruil daarvoor het luchtvolume ervoor dat het ademhalingssysteem effectief harder werkt om dezelfde niveaus zuurstof aan de bloedstroom te leveren. In gevallen waar het onmogelijk is om vergelijkbare niveaus van zuurstof aan het lichaam aan te bieden, ontstaan er tal van gezondheidscomplicaties, die mogelijk tot de dood kunnen leiden.
De doodszone
Wordt gebruikt om de hoog-gevaarlijke hoogte te beschrijven tijdens de beklimming van de Mount Everest, de "Death Zone" begint op ongeveer 8.000 meter of 26.246 voet. Op deze hoogte treedt er zonder hulp van samengeperste lucht of zuurstof ernstige hoogteziekte op, die het menselijke lichaam verzwakt en uiteindelijk de dood tot gevolg heeft. De lage luchtdichtheid op deze hoogte maakt acclimatisering onmogelijk. Koude temperaturen en weersomstandigheden op deze hoogte hebben ook invloed op de hoge mortaliteit van klimmers.
Hoogtevrees
Ook bekend als "bergziekte" beschrijft hoogteziekte de twee aandoeningen van hersenoedeem op grote hoogte, of HACE, en longoedeem op grote hoogte, of HAPE. HAPE beschrijft een aandoening veroorzaakt door een tekort aan zuurstof in het lichaam, wat uiteindelijk leidt tot een opeenhoping van vocht in de longen. HACE is een vergelijkbare conditie, behalve dat de vloeistof zich op de hersenen opbouwt en deze doet opzwellen. Hyperventilatie, samen met algemene vermoeidheid en cyanose begeleiden HAPE. HACE veroorzaakt tal van problemen zoals hoofdpijn, braken, vermoeidheid, hallucinatie en andere tijdelijke neurologische problemen die na langdurige blootstelling tot de dood kunnen leiden.
Hoogte Acclimatisatie
Hoogteziekte staat erom bekend dat het zich op een hoogte van slechts 2500 meter of 8.000 voet bevindt. Veel mensen klimmen en wandelen nog steeds door hoge bergen, nemen deel aan sportactiviteiten of leven zelfs op zeer grote hoogte. Mensen die op zeeniveau wonen doen dit door middel van acclimatisatie. Dit is een proces waarbij men zich langzaam voorstelt aan hogere hoogten om hun lichaam aan te passen aan de verminderde luchtdruk en verminderde zuurstofinname.
Aanpassing
Hoewel zij die geboren zijn op of in de buurt van zeeniveau moeite hebben met het uitvoeren en zelfs aanpassen van hun lichaam aan condities op grote hoogte, zijn er mensen die hun hele leven in dergelijke gebieden hebben geleefd. De mensen in Nepal, Tibet, Peru en Bolivia hebben zich bijvoorbeeld genetisch aangepast aan het leven op grote hoogte. Inheemse Peruanen en Bolivianen hebben hun lichaam aangepast om meer hemoglobine in hun bloed te produceren, waardoor de capaciteit van hun longen effectief wordt verhoogd. De Tibetanen en Nepalezen hebben zich aangepast om sneller te ademen, en hebben ook grotere slagaders en haarvaten om bloed door hun lichaam te dragen.