Kalium is een positief geladen elektrolyt. Verschillende concentraties van elektrolyten aan weerszijden van een neuron, of zenuwcel, maken het voor één zenuw mogelijk een signaal naar de tweede zenuw te zenden. Hoewel kaliumchloride en kaliumgluconaat chemisch verschillend zijn, dissociëren ze beide gemakkelijk, zodat het kaliumion door het lichaam kan worden gebruikt.
Kaliumchloride geïdentificeerd
Kaliumchloride is een wit, geurloos poeder met een zoute smaak. Net als andere zouten bevat het een alkalimetaal en een halogenide. Hoewel scheikundigen het in het lab kunnen synthetiseren, komt het meeste kaliumchloride dat u in uw dagelijks leven ziet, van nature voor in levensmiddelen of wordt het opgelost in leidingwater.
Kaliumgluconaat geïdentificeerd
Kaliumgluconaat is een iets complexer molecuul dan kaliumchloride. Met een molecuulgewicht van 234,35 is het ongeveer twee keer groter dan kaliumchloride. Kaliumgluconaat is een los gebonden zout van kalium en gluconzuur. Gluconzuur wordt gevormd wanneer glucose wordt geoxideerd. Omdat de binding tussen het kalium en het gluconaat zo los zit, lost het molecuul gemakkelijk op in water.
Toepassingen
Zowel kaliumchloride als kaliumgluconaat worden voornamelijk gebruikt als voedingssupplementen. Hoewel kaliumdeficiënties zeldzaam zijn, treden ze samen met uithongering, anorexia, langdurig braken of diarree, of met langdurig gebruik van diuretica bij medisch kwetsbare mensen. Onder deze omstandigheden is suppletie noodzakelijk om het normale functioneren van het zenuwstelsel en het hart te ondersteunen.
Waarschuwing
Neem nooit kaliumsupplementen zonder uw arts te raadplegen. Normaal gesproken houdt het lichaam de kaliumspiegels binnen een zeer nauw bereik, zodat het zenuwstelsel kan functioneren. Terwijl gezonde nieren overtollig kalium verwijderen, kunnen ongezonde nieren deze functie niet uitvoeren. Potentieel fatale hartaanvallen kunnen optreden als u te veel kalium inneemt en uw nieren het teveel niet kunnen verwijderen.