Cardiopulmonale reanimatie, of CPR, is een techniek die wordt gebruikt om de circulatie van bloed en zuurstof in het lichaam van een slachtoffer te ondersteunen dat niet ademt en geen pols heeft. CPR is fysiek invasief voor het slachtoffer en technieken die tijdens reanimatie worden gebruikt dragen risico's en de kans op complicaties. Uiteindelijk is het risico op complicaties klein en mag het het gebruik van reanimatie voor een slachtoffer in nood niet ontmoedigen.
Gebroken botten
Ribfracturen zijn de meest voorkomende complicatie van CPR. Borstcompressies toegediend tijdens reanimatie worden snel gegeven en met voldoende kracht om de borst ongeveer 1 inch diep in te drukken. Dit zorgt voor druk op de ribben, die sterk genoeg kunnen zijn om te zorgen dat de ribben breken. Slachtoffers die ouder zijn, klein van gestalte of kinderen hebben het grootste risico op het ontwikkelen van een ribfractuur tijdens borstcompressies. Bovendien verdraagt het borstbeen of borstbeen ook druk en stress tijdens borstcompressies en kan het ook breken.
Interne verwondingen
Interne organen liggen in het gebied dat wordt onder druk gezet door borstcompressies. Omdat de borst tijdens reanimatie wordt samengeperst, kunnen ribben en borstbeenderen breken en de longen en lever doorprikken. Bovendien kan interne kneuzing van het hart en de lever optreden.
Braken en aspiratie
Wanneer borstcompressies worden toegediend, bouwt de druk op in het lichaam, waardoor de maaginhoud in de slokdarm kan worden opgestuwd en braken kan optreden. Dit veroorzaakt het risico van aspiratie of het absorberen van het braaksel in het ademhalingssysteem. Aspiratie is een ernstige complicatie die het moeilijk maakt om het slachtoffer voldoende lucht te geven en uiteindelijk longweefsel kan beschadigen of kan resulteren in een infectie, zoals een longontsteking.
Lichaamsvloeistof blootstelling
CPR presenteert het risico van blootstelling aan lichaamsvloeistoffen. Het geven van mond-op-mond beademing aan een slachtoffer zonder gebruik van een masker resulteert in speekselblootstelling tussen slachtoffer en reddingswerker. Bloed en braaksel kunnen ook aanwezig zijn tijdens reanimatie, wat het risico op overdraagbare ziekten zoals hepatitis en aids met zich meebrengt. De American Heart Association moedigt het gebruik aan van een barrièremasker bij het toedienen van beademing tijdens reanimatie ter bescherming tegen contaminatie.
Maagopruiing
Rescue breathing tijdens CPR zorgt voor lucht rechtstreeks in de longen van het slachtoffer. Als de lucht te krachtig of te lang wordt afgegeven, kan het slachtoffer luchtophoping in de maag accumuleren, maaguitzetting genaamd. Maagzwelling veroorzaakt dat de maag opzwelt en druk op de longen legt. Reanimatie-inspanningen kunnen gecompliceerd worden als maaguitzetting optreedt als gevolg van een verminderd vermogen om voldoende zuurstof naar de longen af te leveren en kan ook leiden tot braken en aspiratie. Maagzwelling kan vaak worden vermeden door een juiste, zorgvuldige toediening van beademing tijdens reanimatie.